Bijstandsgerechtigden die verplicht worden tot ‘werken met behoud van uitkering’ en werk gaan doen dat kort daarvoor is wegbezuinigd. Regelmatig halen dergelijke vormen van verdringing de landelijke en regionale pers en leiden tot opwinding en verontwaardiging. Maar na het instellen van meldpunten en het verschijnen van rapporten van vakbonden en ombudsmannen blijft het vervolgens stil. Movisie vindt het tijd voor een structurele benadering van het probleem en vooral voor een structurele (landelijke) oplossing.
Het rapport Gemeentelijke aandacht voor verdringing door bijstandsgerechtigden van de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is wat dat betreft een stap in de goede richting. De inspectie van SZW heeft bij tien gemeenten het beleid en de uitvoering onderzocht van het ‘werken met behoud van uitkering’ in het kader van de participatie en re-integratie van bijstandsgerechtigden. De inspectie focust zich in dit kwalitatieve onderzoek op de vraag of het gemeentelijk beleid voldoende garanties biedt om verdringing te voorkomen. Zij zoomt daarbij met name in op de ‘additionaliteit’ (zie kader hieronder) van de te verrichten werkzaamheden.
Meer aandacht aan voorkomen verdringing
De Inspectie SZW constateert dat slechts een beperkt aantal gemeenten voor een beperkt aantal instrumenten (met name participatieplaats en tegenprestatie) de criteria voor additionaliteit heeft uitgewerkt. Aan het voorkomen van verdringing door andere instrumenten (proefplaatsingen, werkervaringsplaatsen, vrijwilligerswerk) besteden gemeenten geen of weinig aandacht. De inspectie beveelt dan ook aan dat gemeenten in hun beleidsregels en werkinstructies meer aandacht zouden moeten besteden aan het voorkomen van verdringing.
Lees hier het volledige artikel.