Individuele genen spelen geen grote rol bij het ontwikkelen van antisociaal gedrag. Het samenspel van alle genen daarentegen kan wel het verschil in antisociaal gedrag verklaren.
Dit blijkt uit internationaal onderzoek onder ruim 25.000 deelnemers. Onderzoekers Jorim Tielbeek, Arne Popma, Tinca Polderman en Danielle Posthuma van VUmc en VU zijn hierbij betrokken.
Tielbeek: “Dit is belangrijk nieuws omdat tegenwoordig door advocaten ten onrechte wordt geprobeerd om een verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te laten verklaren op basis van één of enkele risico genen.” Het onderzoek wordt vandaag gepubliceerd in JAMA Psychiatrie.
Een wereldwijd samenwerkingsverband van onderzoekers keek naar het DNA van ruim 25.000 deelnemers om te achterhalen welke genetische invloeden er bestaan op antisociaal gedrag. In tegenstelling tot eerdere studies, levert dit onderzoek geen bewijs voor betrokkenheid van individuele genen met sterke effecten zoals het ‘strijdersgen’ MAOA bij het ontstaan van antisociaal gedrag.
De belangrijkste conclusie van de studie is dat de effecten van individuele genen minuscuul zijn, maar dat het gezamenlijke effect van alle genen wel een deel van de variatie in antisociaal gedrag kan verklaren. In de studie werd alleen gekeken naar genetische varianten die redelijk vaak voorkomen in individuen van Europese afkomst (vaker dan 1%).
Lees hier het volledige artikel.