‘We kunnen vreselijke aandoeningen voorkomen’

Dat ingrijpen in embryonaal DNA, is het wel nodig?
Volgens hoogleraar Martina Cornel van Amsterdam UMC moeten we er met zijn allen over nadenken. “De techniek is er en patiënten vragen erom.”

In een nieuwe serie voor De DNA dialogen stellen we ons de vraag: dat ingrijpen in embryonaal DNA, is het wel nodig? We leggen het voor aan Martina Cornel, hoogleraar Community Genetics & Public Health Genomics bij het Amsterdam UMC, onderdeel van het consortium achter De DNA dialogen. Cornel is zowel onderzoeker als arts.

Wat doet een hoogleraar Community Genetics & Public Health Genomics?
“Mijn leerstoel heeft te maken met de grootschalige toepassingen van de genetica en de maatschappelijke aspecten daarvan, zoals screening tijdens de zwangerschap en bij baby’s.
Ook onderzochten we wat ouders en zwangeren van de NIPT (hiermee kun je in je bloed laten onderzoeken of je kind down-, edwards- of patausyndroom heeft, red.) vinden.

Als arts werk ik ook op een polikliniek klinische genetica. Daar beantwoord ik vragen van mensen die een erfelijke hartziekte in de familie hebben: kan ik het ook krijgen? En als ik die erfelijke aanleg heb, heb ik al verschijnselen en zijn er preventieve interventies zoals medicijnen nodig?”

Lees hier het volledige artikel.