Een scheur in het ijs, een stoeprandje, een hobbel op de skipiste… een ongeluk zit in een klein hoekje. Naar schatting 85.000 grote en kleine Nederlanders lopen jaarlijks een hersenschudding of hersenkneuzing op.
Hiervan belanden er zo’n 16.000 voor korte of langere tijd in het ziekenhuis. Gelukkig ligt de tijd dat je met een hersenschudding zes weken plat moest, ver achter ons.
Wat is een hersenschudding?
Een hersenschudding wordt altijd veroorzaakt door een klap of stoot van buitenaf en is daarmee iets totaal anders dan hersenletsel als gevolg van een ziekte of beroerte. Bij een hersenschudding – de medische term is ‘licht traumatisch hersenletsel’ – worden de hersenen even letterlijk door elkaar geschud. Men verliest ook kortdurend het bewustzijn. Vaak kan de patiënt zich van de klap zelf en de periode vlak ervoor en/of vlak erna niets meer herinneren.
Hoe ernstiger het hersenletsel is, hoe langer het bewustzijnsverlies en het geheugenverlies duren. Als er géén bewustzijnsveranderingen zijn, dan is er louter sprake van hoofdletsel met meestal minder erge klachten.
Lees hier het volledige artikel.