Een ‘klassiek’ geneesmiddel bestaat uit actieve bestanddelen van chemische oorsprong die via een industrieel proces worden vervaardigd. Bij de klassieke geneesmiddelen hebben we zowel referentiegeneesmiddelen als hun generische varianten. Beide bevatten exact dezelfde molecule en worden chemisch geproduceerd.
Een biologisch geneesmiddel bestaat uit een actief bestanddeel geproduceerd op basis van een bron van biologische oorsprong, met andere woorden, levende organismen zoals cellen of levende weefsels. Deze actieve bestanddelen zijn gewoonlijk groter en complexer dan bij niet-biologische geneesmiddelen.
Biologische geneesmiddelen werden ontwikkeld om een hele reeks ziekten te behandelen en zijn een gevestigde waarde geworden in de klinische praktijk. Vaak zijn biologische geneesmiddelen onmisbaar voor de behandeling van patiënten met een ernstige of chronische ziekte, zoals diabetes, auto-immuunziekten en kanker. Onder de biologische geneesmiddelen vallen met name hormonen, zoals insuline en groeihormonen, en antilichamen voor de behandeling van auto-immuunziekten en kanker.
Lees hier het volledige artikel.