Waarschuwingen voor allergenen moeten duidelijker

Ruim de helft van de Nederlanders vindt allergeneninformatie op verpakkingen onduidelijk. Daarom is er een eenduidige formulering nodig om te vermelden of een allergeen aanwezig is.

Ook moeten er grenswaarden worden vastgesteld voor wanneer een waarschuwing nodig is. Dat concluderen onderzoekers van Universiteit Utrecht, UMC Utrecht en TNO, na 2 experimenten onder ongeveer 100 deelnemers, met of zonder voedselallergie.

“Kan sporen bevatten”
Om aan te geven of er een allergeen in een product zit, kunnen producenten de zogenoemde Precautionary Allergen Labeling (PAL)-formulering gebruiken. De 3 meest gebruikte PAL-formuleringen voor bijvoorbeeld pinda zijn: “kan pinda bevatten”, “kan sporen van pinda bevatten” en “geproduceerd in fabriek waar ook pinda verwerkt wordt”. Maar hoe en of de PAL-formuleringen gebruikt worden, is niet wettelijk vastgelegd.

Wel of geen allergeen aanwezig
In de studie voerden de onderzoekers 2 experimenten uit. In het 1e experiment onderzochten ze hoe de deelnemers de waarschuwingen interpreteren. De deelnemers kregen 3 verschillende verpakkingen te zien: 1 zonder waarschuwing, 1 met een PAL-formulering en 1 met het allergeen als ingrediënt. Ruim de helft van de deelnemers vond de informatie op alle verpakkingen onduidelijk.

Lees hier het volledige artikel.