In lagere klassen leven mensen gemiddeld een stuk ongezonder en bovendien minder lang dan mensen in hogere. Dat gat lijkt maar niet te dichten. Toch blijven huisartsen het proberen.
Zes jaar eerder dood. En dat voorafgegaan door vijftien ongezonde levensjaren. Dat is het lot van laagopgeleiden in Nederland. Ze komen er wat gezondheid betreft bekaaid vanaf vergeleken met hoogopgeleiden in hun land. Ziedaar de gezondheidskloof, die zich even makkelijk in harde cijfers laat vangen als moeilijk laat dichten. Onlangs schreef de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) er een pessimistisch rapport over. Probeer maar niet langer de kloof te dichten, dat lukt tóch niet, kreeg verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis (CU) te horen.
Waarom is die kloof zo hardnekkig? Is het inderdaad vergeefse moeite om te proberen arm en rijk op het gebied van gezondheid wat dichter bij elkaar te brengen? En waarom zou je dat eigenlijk willen, zolang iedereen er toch wel op vooruitgaat?
Spoorlijn
De kloof loopt soms vrij letterlijk door het land, bijvoorbeeld langs het spoor dat het centrum van Utrecht verbindt met station Overvecht. Stap je daar uit, dan kijk je links uit over Overvecht met 34.261 gemiddeld genomen relatief arme bewoners. Zij leven gemiddeld vijf jaar korter dan de 38.934 inwoners aan de andere kant van het spoor, waar Tuindorp en de rest van Utrecht-Noordoost liggen.
Lees hier het volledige artikel.