Voor het eerst hebben wetenschappers menselijke stukjes brein gekweekt die gecoördineerde elektrische activiteit vertonen, net als bij een ongeboren baby. Een doorbraak om ziektes als autisme en migraine te begrijpen en medicijnen tegen epilepsie te testen, zeggen wetenschappers. Pas op: hellend vlak, waarschuwen ethici.
De breintjes die de Amerikaanse celbioloog Alysson Muotri en zijn collega’s beschrijven, zijn niet groter dan een speldenknop. Honderden van de ‘breinorganoïden’ kweekte Muotri in het lab, door menselijke huidcellen met chemische signaaltjes om te programmeren tot hersencellen en ze in een petrischaaltje tot groei te brengen.
Al na twee maanden begonnen de klompjes weefsel soms kleine elektrische pulsjes af te geven, een teken dat de cellen netwerkjes begonnen te vormen. Na tien maanden werden de hersengolven stabieler en veelzijdiger, vergelijkbaar met de hersenactiviteit bij ongeboren baby’s, schrijven Muotri en zijn groep in vakblad Cell Stem Cell.
Niet schrikken, benadrukt Muotri desgevraagd per e-mail: het zijn maar stukjes weefsel, nodig om in detail te kunnen onderzoeken wat er precies gebeurt in levend menselijk hersenweefsel. Niet eens alle soorten hersencellen zitten erin. ‘En we hebben geen hersengebieden of structuren. Deze hersengolven hebben misschien niets te maken met de activiteit in echte hersenen.’
Lees hier het volledige artikel.