Mensen met een aangeboren afwijking hebben ook als volwassene een verhoogde kans op kanker in vergelijking met de algemene bevolking. De absolute kans is echter in de meeste gevallen klein.
Dit blijkt uit Scandinavisch registeronderzoek waarover Dagrun Daltveit e.a. in The BMJ schrijven.
Het is al langer bekend dat kinderen met aangeboren afwijkingen een verhoogde kans op een maligniteit hebben. Daltveit e.a. gebruikten registers van Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden om na te gaan of dit ook later in hun leven nog het geval was. Zij vonden bijna 63 duizend mensen jonger dan 46 jaar met een kankerdiagnose, en ze matchten (op grond van geboortejaar en -land) deze met 724 duizend mensen zonder deze diagnose.
Meest bij kinderen tot 14 jaar
Van de mensen die ooit kanker hadden gehad, was bij 3,5 procent sprake van een grote aangeboren afwijking, tegenover 2,2 procent van de controlegroep. De kans op kanker bij mensen met een geboorteafwijking was het meest verhoogd bij kinderen tot 14 jaar, maar ook bij volwassenen (>19) nog verhoogd (oddsratio 1,22).
Lees hier het volledige artikel.