De toegenomen aandacht voor de ‘darm-brein-as’ – de veronderstelde invloed van het darmmicrobioom op de werking en daarmee op bepaalde aandoeningen van de hersenen – heeft sommige onderzoekers gebracht tot de veronderstelling dat autismespectrumstoornissen deels worden veroorzaakt door verschillen in de samenstelling van het darmmicrobioom.
Dat die verschillen in vergelijking met niet-autistische personen bestaan, staat wel vast, maar het is de vraag wat kip en wat ei is.
De toegenomen aandacht voor de ‘darm-brein-as’ – de veronderstelde invloed van het darmmicrobioom op de werking en daarmee op bepaalde aandoeningen van de hersenen – heeft sommige onderzoekers gebracht tot de veronderstelling dat autismespectrumstoornissen deels worden veroorzaakt door verschillen in de samenstelling van het darmmicrobioom. Dat die verschillen in vergelijking met niet-autistische personen bestaan, staat wel vast, maar het is de vraag wat kip en wat ei is.
Een studie door Chloe Yap e.a. verschenen in Cell maakt namelijk vrij solide duidelijk dat het verband weleens precies andersom zou kunnen zijn. En dat dan ook nog eens om een vrij voor de hand liggende reden. En passant laat het onderzoek maar weer eens zien hoe tricky correlaties en vermoede causaliteiten kunnen zijn.
Lees hier het volledige artikel.