VNG schort medewerking decentralisatie zorg op en raadpleegt achterban

Gisteren heeft staatssecretaris Van Rijn definitief besloten, in tegenspraak met het regeerakkoord, vrijwel de gehele persoonlijke verzorging over te hevelen naar de zorgverzekeraars. Dit leidt tot meer loketten en bureaucratie voor mensen en betekent een zodanige verschraling van het pakket van de gemeenten, bovenop de ingrepen uit het begrotingsakkoord 2014, dat de VNG teruggaat naar haar achterban. De VNG zal op de ledenvergadering van de VNG op 29 november haar leden de vraag voorleggen óf en hoe het nu verder moet met de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten.

Onwerkbare situatie
Bij gemeenten rijst de vraag of het nog verantwoord is het transitieproces van de zorgtaken voort te zetten. Het kabinetsbesluit plaatst gemeenten voor een onwerkbare en ongewenste situatie: in een jaar tijd is de kabinetsvisie 180 graden gedraaid en wordt een wet die al bij de Raad van State ligt, alsnog ingrijpend gewijzigd. En dat terwijl in het begrotingsakkoord voor 2014 ook nog wordt gesneden in de voor gemeenten noodzakelijke budgetten. De VNG maakt zich zorgen over de gevolgen van de kabinetsplannen voor mensen die thuis zorg en ondersteuning nodig hebben. Jantine Kriens, voorzitter directieraad VNG: “We waren het eens met het kabinet dat de zorg anders georganiseerd moet worden om deze betaalbaar te houden. Het kabinet ondergraaft haar eigen visie door nu zo’n groot deel van het decentralisatiepakket, te weten persoonlijke verzorging, los te maken en onder te brengen bij de Zvw. In de Zvw gaat het niet om maatwerk en participatie maar om eenheidsworst. Deze keuze zal leiden tot meer loketten, meer bureaucratie, meer afstemmingsproblemen, meer afschuifrisico’s tussen verschillende stelsels en tot hogere kosten die ofwel bij de burger terecht zullen komen of zullen leiden tot nieuwe bezuinigingen.

Decentralisatie van alle zorgtaken in het geding
Gemeenten voorzien dat onder de nieuwe omstandigheden met een drastisch afgeslankt én versmald takenpakket, de bezuinigingen uit het regeerakkoord onhaalbaar zijn. Het regeerakkoord plaatste gemeenten voor bezuinigingsopgaven van 40% (huishoudelijke hulp), 25% (begeleiding) en 15% (verzorging). Hoewel dit zeer aanzienlijke taakstellingen zijn, hebben gemeenten ingeschat dat door de omvang van het nieuwe takenpakket van de nieuwe Wmo dit niet bij voorbaat onmogelijk was. De omvang zou het mogelijk hebben gemaakt veel te besparen door het terugdringen van verkokering, gebruik te maken van slimme combinaties, samenvoegen van vervoersstromen, efficiënter gebruik van accommodaties en middelen et cetera.

Van persoonlijke verzorging maken overwegend ouderen met forse lichamelijke belemmeringen gebruik en mensen met chronische aandoeningen. Al deze mensen hebben óók behoefte aan andere vormen van ondersteuning, zoals woningaanpassing, dagbesteding, hulp bij het huishouden, vervoer en inkomensondersteuning. Vaak spelen er ook problemen mee rond eenzaamheid en zingeving.
Met het niet overhevelen van de persoonlijke verzorging wil het kabinet nu 2 miljard van het totale budget van 6 of 7 miljard afhalen. Het begrotingsakkoord voor 2014 liet ook flinke bezuinigingen zien op andere budgetten die naar gemeenten zouden gaan: de cliëntondersteuning (sinds 2007 een wettelijke gemeentelijke taak) wordt 25 miljoen gekort, de maatwerk inkomensondersteuning wordt 438 miljoen gekort en ook de transitiebudgetten voor de hervorming van de langdurige zorg en de Wmo worden gekort met 50 miljoen. De ontstane situatie is dusdanig zorgelijk en onwenselijk en dat het bestuur heeft besloten deze aan de leden voor te leggen tijdens de Buitengewone algemene ledenvergadering van de VNG op 29 november a.s.

Bron: VNG via ANP