Vijftien procent minder wijkverpleging in 2015

Wijkverpleegkundigen proberen per cliënt de zorg met een zesde terug te brengen. De zorgverzekeraars eisen hogere volumekortingen dan is afgesproken.

In de AWBZ bepaalde het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoeveel zorg zorgvragers nodig hadden. Maar nu de wijkverpleging sinds 1 januari 2015 onder de Zorgverzekeringswet (ZVW) valt, doen wijkverpleegkundigen dat. Die voeren met alle bestaande thuiszorgpatiënten ‘keukentafelgesprekken’. Daar moeten ze uiterlijk 1 mei mee klaar zijn. De inzet is om meer een beroep te doen op de zelfredzaamheid van cliënten. In de praktijk krijgen veel wijkverpleegkundigen de opdracht van hun werkgever om per cliënt een zesde minder zorg te indiceren.

Zorgakkoorden
De achtergrond van deze korting vormen de zorgakkoorden die staatssecretaris Martin van Rijn van VWS heeft afgesloten met zorgverzekeraars en zorgaanbieders over transitie van de langdurende zorg. Bij de overheveling van de wijkverpleging is een bezuiniging van 400 miljoen euro ingeboekt, ofwel twaalf procent van het budget. Maar zorgverzekeraars doen daar nog een schepje bovenop, omdat ze rekening houden met overschrijdingen op de wijkverpleging. Gemiddeld leggen ze zorgaanbieders bij de zorginkoop voor 2015 een volumekorting van gemiddeld vijftien procent op, zo bleek eind januari uit onderzoek in opdracht van brancheorganisatie ActiZ. ‘We kunnen ons wel vinden in het beleid van minder professionele zorg, meer zelf doen en meer een beroep op familie, buren en vrienden. Alleen is de korting hoger dan is afgesproken.’

Lees hier het volledige artikel.