Vijf dingen die u moet weten over veranderingen in de zorg

Het kabinet wil het zorgsysteem ingrijpend wijzigen. Niet het Rijk, maar de gemeenten en de zorgverzekeraars worden voor veel taken verantwoordelijk. Al per 1 januari 2015 moeten de wijzigingen ingaan.

Vanaf 2015 zullen de gemeenten dus verantwoordelijk worden voor veel meer taken dan voorheen. De gemeente is er niet meer alleen voor het aanvragen van het rijbewijs, voortaan bepaalt de gemeente ook hoeveel huishoudelijke hulp u krijgt en helpt het jonggehandicapten aan een baan.

Wat verandert er precies?

Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor veel zorg- en ondersteunende taken. Het idee is dat gemeenten deze taken beter en goedkoper kunnen uitvoeren, omdat ze de burgers beter kennen dan de centrale overheid.

De gemeenten worden verantwoordelijk voor drie nieuwe beleidsvelden: de Jeugdwet, langdurige zorg (AWBZ), WMO en de Participatiewet.

In de Jeugdwet wordt de jeugdzorg geregeld. Eerst waren de provincies hier nog voor verantwoordelijk. In de jeugdzorg krijgen kinderen, jongeren en hun ouders gedwongen of vrijwillige hulp bij opgroei- en opvoedproblemen. Ook jeugdige criminelen vallen onder de jeugdzorg.

In de langdurige zorg wordt de zorg voor ouderen en chronisch zieken zo omgevormd dat mensen langer thuis kunnen wonen. Gemeenten en zorgverzekeraars worden meer verantwoordelijk voor de hulp die mensen thuis krijgen. De instellingszorg wordt beperkt tot ruim 200.000 mensen.

Mensen die daarbuiten vallen, moeten een beroep doen op hun gemeente of zorgverzekeraar. Mensen moeten eerder dan nu een beroep doen op hun spaarrekening en op een netwerk van familie en vrienden.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat jonggehandicapten die kúnnen werken, ook aan het werk kunnen gaan.

Lees hier het volledige artikel.