Misschien is dat niet zo erg, stelt Venki Ramakrishnan.
“Het zou helemaal niet goed voor de samenleving zijn als mensen vrijwel eindeloos leven.” De Brits-Amerikaanse bioloog Venki Ramakrishnan (72) wijdde zijn wetenschappelijke carrière aan ribosomen, een belangrijke schakel in de vorming van eiwitten binnen cellen. In 2009 werd dat onderzoek bekroond met een Nobelprijs voor de scheikunde.
Nu heeft Ramakrishnan zijn blik verbreed naar cellen en organismen, in het boek ‘Waarom we sterven’, dat dit najaar verscheen. Daarin neemt hij het verouderingsonderzoek onder de loep, met als vraag of we onze veroudering kunnen remmen en of we dat wel moeten willen. NEMO Kennislink sprak de wetenschapper terwijl hij in Nederland was voor een wetenschapsfestival.
Langer op het feestje
U schrijft dat we op een bepaalde manier al oneindig leven. Hoe zit dat?
“We stammen af van cellen van onze ouders, die weer voortkomen uit de genen van hun ouders. Als je de lijn terug volgt, dan kun je ons leven helemaal herleiden naar een cel miljarden jaren geleden. Individuele lichamen zijn niet onsterfelijk, maar het leven zelf gaat al miljarden jaren door, en wij zijn daar onderdeel van. We zouden ons kunnen zien als cellen van het leven op aarde als één groot lichaam.”
Waarom willen we als individuen dan toch langer leven?
“Die gedachtegang is erg filosofisch. Het klinkt mooi als de dood nog ver weg is, maar zodra die dichterbij komt, bekruipt je toch het gevoel dat je het feestje liever nog niet wil verlaten.”
“We zijn geëvolueerd om niet te vaak aan de dood te denken, maar het houdt ons toch bezig, zeker naarmate we ouder worden. Als ik vandaag de dag een grote aankoop doe, bijvoorbeeld een televisie, dank denk ik weleens: misschien is dit wel de laatste die ik aanschaf.”
Lees hier het volledige artikel.