Na een hartinfarct gaat de functie van de nieren twee keer zo snel achteruit als bij normale veroudering. Die versnelde achteruitgang heeft nadelige gevolgen voor het risico op overlijden.
Tot die ontdekking is nefroloog-epidemioloog Ellen Hoogeveen van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gekomen. Haar bevinding is op donderdag 9 februari gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS ONE.
Het aantal patiënten met nierproblemen neemt de laatste jaren toe. De belangrijkste oorzaken zijn aderverkalking, hoge bloeddruk en diabetes. Uit eerder onderzoek bleek al dat de nierfunctie na een hartinfarct twee keer zo snel daalt als bij normale veroudering. Hoogeveen onderzocht in hoeverre die verminderde nierfunctie invloed heeft op het risico op overlijden bij patiënten na een hartinfarct. Uit het onderzoek blijkt dat patiënten met een licht verlaagde nierfunctie na een hartinfarct een 1,4 maal hoger relatief risico hebben op overlijden. Bij patiënten met zeer lage nierfunctie is het risico op overlijden zelfs 4,4 keer zo hoog.
Onderzoeksopzet
Voor het onderzoek werden 4561 mensen tussen de 60 en 80 jaar oud gevolgd voor een maximale periode van 10 jaar. Al deze mensen hadden een hartinfarct doorgemaakt en werden sindsdien medicamenteus goed behandeld voor hart- en vaatziekten. Toch blijkt uit het onderzoek dat na 10 jaar bijna 1 op de 5 patiënten was overleden. Bij bijna de helft kwam dat door hart- en vaatziekten. Dat houdt onder meer verband met het slechter werken van de nieren, vertelt Hoogeveen. “Het risico op overlijden steeg al geleidelijk bij een licht verminderde nierfunctie.”
Lees hier het volledige artikel.
Gerelateerd