Ziekenhuizen verwijderen in Nederland veel meer blindedarmen dan nodig is. Dat komt doordat chirurgen afwijken van hun eigen richtlijnen.
Afke Ekels van de VU onderzocht de declaratiegegevens van 4377 patiënten bij wie in de periode 2010-2011 de blinde darm is verwijderd. Deze staan in het dbc-informatiesysteem (DIS). Door gegevens te gebruiken op verrichtingenniveau kon Ekels achterhalen welke verrichtingen ziekenhuizen op patiëntniveau hebben vastgelegd. Hierdoor kon zij in kaart brengen of medisch specialisten de richtlijnen hebben gevolgd die ze zelf hebben opgesteld.
Afwijken van richtlijn
Ziekenhuizen blijken op grote schaal van de richtlijn af te wijken. De naleving varieert volgens de geanalyseerde gegevens van nul tot tachtig procent. 26 van de 90 ziekenhuizen behandelden hun patiënten voor meer dan 50 procent volledig volgens de richtlijn. Bij de overige 64 was de naleving kleiner dan 50 procent. De ziekenhuizen laten met name de controles na waarmee ze kunnen vaststellen of er wel sprake is van een blindedarmontsteking. Het gaat bijvoorbeeld om onderzoeken met ultrageluid, CT-scan, MRI-scan en weefselonderzoek. 18 ziekenhuizen lieten geen enkele registratiegegevens van deze controles zien. Zij lijken dus te opereren zonder de diagnose met beeldvorming te bevestigen of te ontkennen.
Onnodige operaties
In Nederland worden nog veel blindedarmen verwijderd zonder medisch-inhoudelijke noodzaak. Dat blijkt uit onderzoek van Jenneke Hamminga en anderen, waarover zij publiceerden in het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde. Dit is het gevolg van het afwijken van de richtlijn. Het betekent dat patiënten onnodig worden geopereerd. Onnodige gezondheidsschade en behandelkosten zijn het gevolg. Het is mogelijk dat de richtlijnen op dit moment beter worden toegepast, omdat de richtlijn aan het begin van de onderzoeksperiode werd ingevoerd.
Lees hier het volledige artikel.