Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) wil zijn hervormingsplannen voor de langdurige zorg voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken niet een jaar uitstellen.
Dat heeft hij woensdag gezegd in de Tweede Kamer, waar sinds dinsdag al wordt gedebatteerd over de plannen.
Oppositiepartijen GroenLinks, CDA en 50PLUS vinden al enige tijd dat de plannen niet al volgend jaar maar pas in januari 2016 in moeten gaan.
Niet het Rijk, maar de gemeenten en de zorgverzekeraars worden in de plannen voor veel zorgtaken verantwoordelijk. De overheveling gaat gepaard met forse bezuinigingen, al zijn deze wat teruggeschroefd na een akkoord met de constructieve oppositiepartijen D66, ChristenUnie en de SGP.
Jaar
De partijen hielden Van Rijn zijn eigen woorden voor, die in het verleden stelde dat gemeenten minstens een jaar nodig hebben tussen besluitvorming en invoering. Nu hebben de gemeenten nog acht maanden over.
“Uitstel maakt de problemen niet anders”, aldus Van Rijn in een reactie. “Het gaat niet helpen, het gaat het niet duidelijker maken en het lost ook niets op.”
De staatssecretaris zegt uit het zorgveld juist te horen dat er behoefte is aan duidelijkheid en dus geen verder uitstel. Hij stelde dat gemeenten bovendien al lang met de voorbereidingen zijn begonnen.
“Die zijn al jaren aan de gang. Dat begint niet pas na het debat in de Tweede Kamer”, aldus Van Rijn. “De termijn is veel te kort. Dat geeft de Raad van State ook aan”, verdedigde Linda Voortman van GroenLinks. Van Rijn stelde echter dat Voortman niet ‘net moet doen’ alsof de wet nu voor de eerste keer wordt behandeld.