Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken

Jaarlijks komen zo’n 2.600 tot 5.600 ouderen in het ziekenhuis terecht met een pneumokokkenlongontsteking en ongeveer 1.800 met invasieve pneumokokkenziekte. Gemiddeld overlijdt 15% van deze patiënten. Door vaccinatie kan dit aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen aanzienlijk verminderen.

Daarom adviseert de Gezondheidsraad ouderen van 60 tot en met 75 iedere vijf jaar te laten vaccineren met het vaccin PPV23. Deze vaccinatie voorkomt lang niet alle ziekte door pneumokokken, maar brengt ook nauwelijks risico’s met zich mee en is kosteneffectief. Dit schrijft de raad aan de staatssecretaris van VWS. De gezamenlijke, verbindende notitie van Zorginstituut en Gezondheidsraad is hier beschikbaar.

Veel mensen dragen pneumokokken bij zich zonder ziek te worden. De pneumokok kan echter ernstige ziekten en sterfte veroorzaken. Jonge kinderen zijn de voornaamste dragers en verspreiders van pneumokokken in de bevolking. Vooral kinderen, ouderen (vanaf 60 jaar) en mensen met een minder goed werkend immuunsysteem zijn vatbaar voor ziekte door pneumokokken. In Nederland wordt vaccinatie tegen pneumokokken aanbevolen voor mensen uit risicogroepen en kinderen. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de Gezondheidsraad gevraagd of ook ouderen tegen de pneumokok gevaccineerd zouden moeten worden. In veel EU-landen gebeurt dit al.

Lees hier het volledige artikel.