Het is de vraag of het zal lukken om vanaf 2024 vrouwen weer tweejaarlijks te screenen op borstkanker, zoals het streven was. Dat meldt VWS-minister Ernst Kuipers aan de Tweede Kamer. Sinds 2020 worden vrouwen drie- in plaats van tweejaarlijks opgeroepen voor een borstkankerscreening. Deze verlenging van de interval werd doorgevoerd vanwege tekorten aan screeningslaboranten.
Inmiddels zijn er door screeningsorganisatie Bevolkingsonderzoek Nederland nieuwe mensen opgeleid en daalt de interval wel iets: eind 2021 lag er gemiddeld 32 maanden tussen screenings, en eind 2022 was dat gemiddeld dertig maanden. In het voorjaar van dit jaar zette die trend zich door naar zo’n 28 maanden.
Maar dat is nog geen reden tot optimisme, blijkt uit een Kamerbrief van Kuipers. Zo vertrekt er nog veel personeel bij de screeningsorganisatie, die bovendien een hoog ziekteverzuim kent. Verder bestaan er regionale verschillen in de screeningsduur, die toenemen. Met name in de regio Zuidwest ligt het gemiddelde interval hoger. En de dalende beweging is deels ingegeven door een dalende trend aan deelname aan dit onderzoek, merkt Kuipers op, wat hij zorgelijk vindt. Hij gaat nog na wat daaraan ten grondslag ligt.
Lees hier het volledige artikel.