Bewijs ontbreekt nog altijd na 50 jaar voedingswetenschap.
Over de invloed van voeding op het geestelijk welzijn doen veel verhalen de ronde, bewijs heeft vijftig jaar voedingswetenschap nog niet kunnen leveren. Twee VU-hoogleraren hopen met een grote studie een doorbraak te forceren.
Vier maanden duurde de psychose van de 21-jarige zoon van Lida van der Kley. Hij kroop van angst onder de tafel, wantrouwde iedereen en raakte keer op keer zijn spraakvermogen kwijt. Medicatie sloeg niet aan of werkte averechts. Toen hij twee jaar geleden even verward terugkeerde van een opname van zes weken als toen hij eraan begon, struinde Van der Kley radeloos over internet. Daar zag ze studies naar het effect van sarcosine op psychoses en patiënten met schizofrenie.
Meteen de volgende dag zette ze haar zoon op een dieet met veel eigeel, varkensvlees, ham en peulvruchten zodat hij dagelijks tenminste 2 gram sarcosine zou binnenkrijgen: een aminozuur dat de glutamaathuishouding in de hersenen verbetert. Na drie dagen zag ze effect. En na een paar weken was hij weer helemaal de oude.
Stofjes voor een blije geest
Eén proefpersoon, dat zegt drie keer niks. Dat weet Van der Kley, van huis uit bioloog, ook wel. Toch schreef ze er een boek over – Balans in je brein – in de hoop dat andere mensen met psychotische patiënten in hun omgeving er wat aan hebben.
Lees hier het volledige artikel.