Een wereldwijd nieuwe methode bij Nucleaire geneeskunde: onderzoeker Mark Rijpkema bedacht met zijn team een methode om tumorweefsel beter zichtbaar te maken tijdens operaties. Handig voor de chirurg én beter voor de patiënt.
Stel, je bent chirurg en je wil alle kwaadaardige weefsels tijdens een operatie wegsnijden, hoe weet je dan of je alles hebt gehad? Dat was de vraag die Mark Rijpkema van Nucleaire geneeskunde zich stelde toen hij op zoek ging naar mogelijkheden om het chirurgen in de OK makkelijker te maken: ‘Chirurgen hebben nogal wat uitdagingen tijdens operaties. Soms zijn tumoren heel moeilijk te vinden, of zijn het er heel veel of zijn ze moeilijk te onderscheiden van ander weefsel. Zo ontstond het idee om te onderzoeken hoe chirurgen tumoren beter kunnen zien tijdens een operatie, zodat kwaadaardig weefsel niet achterblijft.’
Een tracer met vlaggetjes
Met die gedachte ging hij van start en de jaren van ontwikkelwerk begonnen. Stapje voor stapje kreeg het onderzoeksteam het voor elkaar om heel speciale chemische stoffen te maken. Deze zogenaamde tracers kunnen worden gebruikt om tumoren beter zichtbaar te maken. ‘Als eerste moest zo’n tracer zich ophopen in tumorweefsel en niet in normaal weefsel. Dat kan doordat kankercellen specifieke stoffen maken die je in normale cellen niet vindt. We gingen op zoek naar een tracer die zich aan die speciale stof kan binden.’
Lees hier het volledige artikel.