Mensen met reumatoïde artritis (RA) hebben vaak zonder dat ze het weten een negatief gevoel bij de medicijnen die ze innemen. Dus laten ze deze soms staan. Uit onderzoek blijkt dat óók reumatologen zo hun ideeën en gevoelens hebben bij de medicijnen die ze voorschrijven. Brengen ze die over op hun patiënten en begint het trouw innemen van reumamedicijnen misschien bij de reumatoloog? Apotheker en onderzoeker dr. Bart van den Bemt gaat dat uitzoeken met steun van het Reumafonds.
Dr. Van den Bemt, hoe bent u op het idee voor dit onderzoek gekomen?
Ik doe al langer onderzoek naar het trouw nemen van medicatie bij reumatoïde artritis (RA). Tot nu toe hebben we vooral gekeken naar de patiënten, naar hun gedrag. Uit eigen onderzoek in de Maartenskliniek weten we dat reumatologen niet altijd een positief gevoel hebben over de medicijnen die zij voorschrijven. Heeft dat invloed op de patiënt? Dat wil ik graag weten.’
U gaat in uw onderzoek in op het verschil tussen gevoel en verstand. Hoe zit dat?
‘Dat gevoel en verstand heel erg kunnen verschillen, weten we allemaal. Wat we niet zo goed weten is, hoe gevoel en verstand het trouw innemen van medicijnen beïnvloeden. We zien in onderzoek dat de helft van de RA-patiënten het trouw nemen van hun pillen belangrijk vindt, terwijl ze er eigenlijk een negatief gevoel over hebben. Je kan je voorstellen dat dat niet helpt om je medicijnen trouw in te nemen. En we weten dus uit onderzoek dat reumatologen negatieve gevoelens hebben over de medicijnen die ze voorschrijven, terwijl ze met hun verstand weten dat ze belangrijk zijn voor de patiënt.’
Hoe gaat u onderzoeken hoe reumatologen denken en voelen over medicijnen?
‘Vaak zijn we ons niet bewust van de gevoelens die we hebben. Als onderzoekers kunnen we de onbewuste gevoelens in kaart brengen met behulp van beelden. We laten de reumatologen steeds 2 foto’s zien en vragen ze het plaatje te kiezen dat het meeste aanspreekt. Een zonnig eiland zal meestal meer aanspreken dan een camping in de regen. Door ook foto’s van medicijnen tussen de beelden te plaatsen, kunnen we de onbewuste gevoelens over medicijnen ontdekken. Daarna krijgen de deelnemende reumatologen een vragenlijst. Zo ontdekken we ook hoe zij dénken over de medicijnen.’
“Als we weten wat het trouw innemen van medicatie het meest beïnvloedt, kunnen we er iets mee in de praktijk, Dr. Bart van den Bemt, apotheker onderzoeker Maartenskliniek Nijmegen„
Aan het onderzoek doen ook patiënten mee. Wat wilt u van hen weten?
‘Wat we willen weten in dit onderzoek is hoe reumatologen hun patiënten beïnvloeden bij het innemen van de medicijnen. Het is dus logisch dat we naast 30 reumatologen van de Maartenskliniek Nijmegen en Reade in Amsterdam ook hun patiënten bij het onderzoek betrekken. Zo’n 275 mensen met RA krijgen net zoals de reumatologen de test met de plaatjes en een vragenlijst. Van hen weten we dus straks ook hoe zij denken over hun medicijnen en wat hun eigenlijke gevoel erbij is.’
Hoe gaat u uitvinden hoe de reumatoloog de patiënt beïnvloedt?
‘Alle patiënten die meedoen krijgen van ons een slim medicijnpotje. Dat is een potje met een chip erin. Elke keer als je de dop van het potje draait, houdt de chip dat bij. Zo kunnen we zien hoe trouw de patiënt de medicijnen inneemt. Door de gegevens over de reumatoloog eraan te koppelen, kunnen we zien wat de invloed van de arts is op het nemen van de pillen.’
Wat hoopt u met het onderzoek te bereiken?
‘We hopen allereerst uit te vinden welke combinaties van artsen en patiënten zorgen voor het wel of niet trouw innemen van medicijnen. Stel bijvoorbeeld dat uit ons onderzoek blijkt dat een arts die oprecht gelooft in de medicijnen een patiënt heeft die met twijfels zit. Ook wanneer de arts positieve gevoelens overbrengt, kan het zijn dat de patiënt de pillen niet trouw inneemt. Misschien moet de arts juist ingaan op de zorgen van de patiënt over de medicijnen. Als we weten wat het trouw innemen van medicatie het meest beïnvloedt, kunnen we er iets mee in de praktijk. Het zou echt iets nieuws zijn als blijkt dat de sleutel bij de arts ligt en niet bij de patiënt.’
Bron: Reumafonds