88 procent van de gemeenten gaat de bezuinigingen op de Wmo vooral op de gebruikers afwentelen. Door de eigen bijdragen te verhogen en uit te breiden en door de voorzieningen te versoberen, blijkt uit onderzoek van Doteye. De CG-Raad vindt dit verontrustend. ,,De Wmo moet meedoen aan de samenleving bevorderen. Dit komt nu ernstig onder druk te staan”, aldus Ad Poppelaars, directeur CG-Raad.
In artikel 4 van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) staat dat burgers ook financieel in staat moeten worden gesteld om te participeren. Omdat dit met de verhoging van de eigen bijdragen in het gedrang komt, verwacht de CG-Raad meer juridische procedures. Daarin zal het beleid door de rechter worden getoetst. ,,Dit gebeurt al op het gebied van toegang tot hulpmiddelen, woningaanpassingen en huishoudelijke zorg, maar zal in de nabije toekomst naar verwachting ook over de bekostiging van de Wmo gaan.”
Weinig aandacht
Verder wordt duidelijk uit het onderzoek dat gemeenten meer verwachten van de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Ze willen grip houden op de Wmo-kosten door een versobering van de verstrekking van vooral vervoersvoorzieningen, of door het uitbreiden van de eigen bijdrage. Het bevorderen van een doelmatige en efficiënte uitvoering en het tegengaan van onrechtmatig gebruik van voorzieningen krijgt aanzienlijk minder aandacht, concludeert Doteye.
Volgens de CG-Raad is het een kwalijke zaak dat andere bezuinigingsopties niet beter worden bekeken. Veel mensen met een beperking hebben een laag inkomen. En gemiddeld 2000 euro extra kosten per jaar, vanwege de ziekte of handicap. ,,Wij vrezen dat mensen moeten afzien van voorzieningen en hulp via de Wmo, omdat ze die niet meer kunnen betalen. Dat is een zorgelijke ontwikkeling, die op de lange termijn duur kan uitpakken”, zegt Poppelaars. Bijvoorbeeld als mensen niet meer thuis kunnen wonen en naar een instelling moeten als de zorg wegvalt.
Monitoring nodig
Wat voor gevolgen het verhogen van de eigen bijdragen en de versobering van de voorzieningen daadwerkelijk gaan hebben, is moeilijk na te gaan. Dit, omdat de Wmo op lokaal niveau wordt uitgevoerd en het functioneren ervan ook op dat niveau wordt onderzocht. De CG-Raad pleit dan ook voor landelijke monitoring door een onafhankelijke organisatie. Alleen zo is na te gaan of de wet ook daadwerkelijk bewerkstelligt waar die voor is gemaakt.
Meer over de Wmo in Wij werken aan – Wmo
bron: CG-raad