Verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg vinden het aanvragen van hulpmiddelen nog steeds ingewikkeld. Dit blijkt uit een evaluatie van aanpassingen in de wet- en regelgeving rond de verstrekking van hulpmiddelen aan thuiswonende mensen met een chronische ziekte of handicap.
Het aanvragen van hulpmiddelen moest eenvoudiger en doelmatiger worden. Hiervoor voerde het ministerie van VWS vanaf 2008 twee belangrijke maatregelen door. Ten eerste zouden zorgverzekeraars meer rekening gaan houden met de wens van de aanvrager van een hulpmiddel. Deze wijziging staat bekend onder de naam functiegerichte aanspraak Zvw. Dit betekent dat de zorgverzekeraar bij een aanvraag van (verpleeg)hulpmiddelen uitgaat van de beperking of stoornis die moet worden opgeheven in plaats van dat deze uitgaat van een vaste lijst met hulpmiddelen.
Van AWBZ naar Zvw
De tweede aanpassing die is doorgevoerd is het terugbrengen van het aantal regelingen voor het aanvragen van hulpmiddelen van drie naar twee. Voorheen werden hulpmiddelen verstrekt via de AWBZ, de Wmo of de zorgverzekering, al naar gelang de aard van de aanvraag (langdurig of kortdurend, in bruikleen). Sinds 2013 vallen verpleegartikelen in bruikleen niet langer onder de AWBZ maar onder de zorgverzekeringswet. Er is wel een onderscheid gebleven tussen kortdurend gebruik via de Zvw en langdurig gebruik via de Wmo.
Lees hier het volledige artikel.