Het nieuwe bevolkingsonderzoek naar darmkanker, waarbij patiënten een monster ontlasting insturen, levert veel te veel doorverwijzingen op voor dure vervolgonderzoeken. Ziekenhuizen kunnen de vraag niet aan. Dat schrijft gezondheidsinstituut RIVM in een brief aan artsen die in bezit is van de Volkskrant.
Dit jaar krijgen de eerste 875 duizend Nederlanders een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. In de toekomst wordt iedereen tussen de 55 en 75 jaar tweejaarlijks gevraagd deel te nemen door een monster ontlasting op te sturen.
In testbuisjes wordt de aanwezigheid van minuscule deeltjes bloed in ontlasting gemeten, omdat dit kan duiden op een voorstadium van darmkanker. Op basis van eerder proefonderzoek werden dit jaar 28 duizend doorverwijzingen verwacht voor een coloscopie, een kijkonderzoek in de darmen. Maar met de huidige tussenstand stevent dat getal af op 64 duizend in 2014, ruim twee keer zoveel.
Dat is meer dan de onderzoekscentra kunnen behappen. De wachtlijsten liepen dit voorjaar op tot twee maanden. Het RIVM verstuurt daarom nu tijdelijk minder testbuizen. Ook wordt de drempel voor vervolgstappen verhoogd: tot nog toe werd iedereen met 88 nanogram bloed per milligram ontlasting uitgenodigd voor een kijkonderzoek. Vanaf nu wordt de grens 275 nanogram bloed.
Discussie op scherp
Deze overschrijding zet de discussie over preventieve bevolkingsonderzoeken op scherp. Er zijn steeds meer mogelijkheden om ziekten in een vroeg stadium op te sporen. Zo wordt al langer breed gescreend op borstkanker en baarmoederhalskanker. Maar preventief onderzoek heeft ook nadelen: patiënten zitten onnodig in spanning en vervolgonderzoeken zijn niet zonder risico. De vraag is of de kosten altijd opwegen tegen de baten.
Lees hier het volledige artikel.