Telemonitoring bij hartfalen stelt zorgverleners in staat om meer patiënten te volgen en de behandeling zo nodig aan te passen. Toch leidt dat proces niet automatisch tot minder heropnamen in het ziekenhuis, sterfte en een betere kwaliteit van leven.
Dat stelt Arjen de Vries in zijn proefschrift. Hij belicht twee nieuwe ICT-ontwikkelingen in de zorg voor patiënten met hartfalen: telemonitoring en computer beslissingsondersteunende systemen (CDSS).
Technieken
Met telemonitoring kan een patiënt zelf thuis zijn hartritme, gewicht en bloeddruk meten. CDSS kan vervolgens helpen om afwijkingen in deze meetgegevens vast te stellen, zodat de hulpverlener het behandelplan kan bijstellen en eventueel aanpassingen in medicatie kan doen.
Veelbelovende technieken
Zowel telemonitoring als CDSS blijken veelbelovend. Artsen kunnen zo meer patiënten tegelijk volgen en tijdig ingrijpen. Niet iedere patiënt is echter geschikt voor telemonitoring. Het proces leidt dan ook niet zonder meer tot een reductie van het aantal heropnames.
Profielen
Volgens De Vries zijn er specifieke profielen nodig van patiënten die het meeste baat hebben bij deze behandeling. Aan de kant van de zorgverlener moet bovendien meer aandacht zijn voor implementatie van de nieuwe technologieën.
Proefschrift
Arjen de Vries is 4 september gepromoveerd op zijn proefschrift ‘The use of computer decision support systems and telemonitoring in heart failure’.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen via Artsennet