“Tekort aan passende woonvormen voor dementerenden”

Er zijn onvoldoende passende woonvormen voor dementerenden tussen thuis en het verpleeghuis in, zo blijkt uit onderzoek van Alzheimer Nederland. Meer dan driekwart van de zorgprofessionals en mantelzorgers vindt het aanbod van woningen en woonvormen voor mensen met dementie niet passend.

Bij achteruitgang is vaak alleen het verpleeghuis een optie, maar die stap in aanvankelijk onnodig groot en emotioneel belastend. Mensen met dementie blijven hierdoor onverantwoord lang thuis wonen, met alle gevolgen van dien.

Nederland staat voor een enorme woonopgave, niet alleen in volume, ook in de aansluiting van voorzieningen bij de behoefte van bewoners. Op dit moment hebben 290.000 mensen dementie, in 2040 zijn dat er een half miljoen. De meerderheid van hen (79%) woont thuis. Alzheimer Nederland deed behoeftenonderzoek onder ruim 1.400 mensen met dementie, mantelzorgers en zorgprofessionals. Er zijn tussenvoorzieningen tussen huis en verpleeghuis nodig, die voelen als thuis, maar met een passende ondersteuningsaanbod.

Stap tussen thuis wonen en het verpleeghuis is te groot
Van de zorgprofessionals herkent een grote meerderheid de situatie dat mensen met dementie vaak nog ‘te goed’ zijn voor een opname in het verpleeghuis, maar wel extra ondersteuning nodig hebben. Er zijn lange wachtijsten voor verpleeghuizen, en tegelijkertijd zien mensen met dementie erg tegen opname op vanwege het verlies van autonomie, weg moeten uit de vertrouwde omgeving en de associatie met het levenseinde. Doordat het aanbod niet matcht met de woon- en zorgbehoefte blijven dementerenden vaak in hun ongeschikte huis wonen, terwijl het eigenlijk al (lang) niet meer verantwoord is. Dat leidt tot uitputting van mantelzorgers en crisisopnames.

Lees hier het volledige artikel.