Een bezoek aan de tandarts of de orthodontist wordt in 2015 goedkoper. De tarieven in de mondzorg gaan naar beneden, in het bijzonder die van implantologie. De tariefaanpassing is gebaseerd op een kostenonderzoek en de herijking van de arbeidskostencomponent.
De tarieven voor de tandheelkundige zorg dalen met 5,15% door een nieuwe onderbouwing op basis van een kostenonderzoek én een aangepaste arbeidskostencomponent. Voor implantologie geldt een daling van ruim 19%. Voor orthodontie is de consument ongeveer 1,5% minder kwijt. De nieuwe tarieven gaan in op 1 juli 2015. Met dit nieuwe onderzoek is de tariefonderbouwing in de mondzorg in zijn geheel herijkt, up-to-date en biedt zo de nodige rust en stabiliteit voor het veld.
Veel informatie nodig
In de afgelopen periode is een kostenonderzoek uitgevoerd in de mondzorg. Dit onderzoek heeft veel inzet gevraagd van de betrokken praktijken omdat zij gedetailleerde informatie moesten opleveren over kosten, opbrengsten en tijdsbesteding van hun praktijk. Het onderzoek is in de zomer van 2014 afgerond en heeft de gegevens opgeleverd die nodig zijn voor het opnieuw berekenen van de tarieven. Op grond van deze resultaten dalen de tarieven.
Vergoeding voor eigenaren
De NZa heeft eind 2013 een advies gevraagd aan onderzoeksbureau KPMG om de ‘arbeidskostencomponent’ te herijken. De tarieven zijn – naast kosten – namelijk ook gebaseerd op een vergoeding voor de eigenaar, arbeidskostencomponent genoemd. Met de brancheorganisaties in de mondzorg is verschillende keren overlegd over het KPMG-advies en de gevolgen voor het tarief. Naar aanleiding van de genoemde argumenten heeft de NZa besloten voor de mondzorg geen gevolg te geven aan dit advies. De arbeidskostencomponent van de tandarts en orthodontist wordt nu op een alternatieve wijze herijkt en stijgt met bijna 13%. De arbeidskostencomponent van de tandartsen is daarmee gelijk getrokken met de huisartsen.
Lees hier het volledige artikel.