Niet alleen is de nieuwe regeling voor de eigen bijdrage van patiënten die een gebitsprothese nodig hebben omslachtig en onduidelijk, ook maakt het protheses voor sommige patiënten onevenredig duur. Bovendien is de nieuwe regeling ook duur voor zorgverleners en hebben ze extra administratieve lasten.
Bart Kerdijk, voorzitter van de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) begrijpt niet waarom het ministerie van Volksgezondheid de regeling doorzet. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben hierover hun ongenoegen geuit. ONT heeft voor patiënten een meldpunt ingericht. Dat meldt de organisatie.
Minister Schippers van Volksgezondheid heeft eerder dit jaar aangegeven dat er een aanpassing komt van de eigen bijdrage voor een implantaatgedragen gebitsprothese. De regeling die vervolgens door de NZa is gemaakt stuit echter op weerstand in het veld. Voor een prothese op implantaten in de bovenkaak is de eigen bijdrage voortaan 8 procent en in de onderkaak 10 procent van de kosten. Omdat er soms ook een combinatie voorkomt van een implantaatgedragen prothese en een conventionele prothese is daarvoor een extra percentage van 17 procent geïntroduceerd. Dat komt naast de eigen bijdrage van 25 procent van de kosten voor een normale gebitsprothese. Voor reparaties en rebasingen van gebitsprothesen is dat nog eens 10 procent.
Lees hier het volledige artikel.