In een aantal recente papers heeft Martin Dresler, verbonden aan het Radboudumc en Donders Instituut, samen met collega’s van de Duitse Jonge Akademie en het Europese FENS-Kavli Network of Excellence de verborgen kosten en valkuilen van de financiering van wetenschappelijk onderzoek bestudeerd. Tijd om het anders aan te pakken?
Biomedisch onderzoek is zeer nuttig voor de samenleving, maar ook duur. Wetenschappers besteden een steeds groter deel van hun werktijd aan het schrijven van subsidieaanvragen om hun onderzoek te financieren. Indien succesvol, maakt dit niet alleen ambitieuze onderzoeksprojecten mogelijk, maar draagt het ook bij aan de loopbaanontwikkeling van de betrokken onderzoekers en het prestige van hun universiteiten.
Met dergelijke prikkels is het niet verwonderlijk dat financieringsaanvragen steeds concurrerender worden, waardoor de succespercentages gaandeweg afnemen – afwijzingspercentages van 80 tot 90 procent of meer worden steeds gebruikelijker. In een soort vicieuze cirkel vergroot dit de noodzaak voor onderzoekers om nog meer aanvragen te schrijven om hun kansen op financiering te behouden, waardoor het financieringssysteem verder onder druk komt te staan. Voor sommige financieringsregelingen kan de tijd die de wetenschappelijke gemeenschap besteedt aan het schrijven van aanvragen zelfs groter zijn dan de gefinancierde onderzoekstijd.
Lees hier het volledige artikel.