De zorg rond stoppen-met-roken die rokers na een hartinfarct aangeboden krijgen, is niet effectief. Patiënten die op eigen kracht gestopt zijn, hebben iets heel anders nodig, en degenen die na een infarct doorroken moeten veel intensiever worden begeleid.
Dit blijkt uit het proefschrift van Marjolein Snaterse, onderzoeker Verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam, die op woensdag 12 september promoveert aan Amsterdam UMC/de UvA.
De belangrijkste aanbeveling uit haar onderzoek: richt de zorg voor patiënten na een hartinfarct anders in, want die kan bewezen effectiever. Snaterse en haar collega’s volgden 324 rokers na een hartinfarct in 15 Nederlandse ziekenhuizen gedurende minstens een jaar. Van deze patiënten stopte ongeveer de helft met roken, de andere ruim 50 procent bleef roken na het hartinfarct. ‘Een aanzienlijk percentage’, zegt Snaterse. ‘Het huidige stopprogramma dat standaard na een infarct wordt aangeboden, is voor hen onvoldoende gebleken.’
Stoppers willen liever afvallen
Uit het onderzoek blijkt dat ook de groep die na een hartinfarct de sigaret definitief opzijschuift, niet gebaat is bij het stoppen-met-rokenprogramma. Veruit de meeste patiënten die stoppen, doen dit direct na het hartinfarct en uit zichzelf. Blijkbaar kunnen zij dit op eigen kracht, want een jaar later zijn zij nog niet teruggevallen.
Lees hier het volledige artikel.