In week 17 (20 april tot en met 26 april) stierven 1708 mensen die langdurige zorg kregen. Dit aantal is bijna 50 procent hoger dan in een gemiddelde week in de eerste tien weken van 2020. Het gaat hier om mensen die zorg ontvingen op basis van de Wet langdurige zorg.
Dit zijn mensen die in een verpleeg-, verzorgingshuis of andere zorginstelling wonen, en mensen die thuis zorg kregen. Bij de rest van de bevolking daalde de sterfte niet verder door. Dat melden het CBS en het RIVM op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.
Het aantal overledenen in dit bericht is gebaseerd op het aantal overlijdensberichten dat het CBS tot en met 6 mei 2020 ontvangen heeft en de door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) beheerde gegevens over mensen die zorg ontvangen op basis van de Wet langdurige zorg. In Nederland deden eind 2018 ongeveer 299 duizend mensen een beroep op deze wet. Daarvan verbleven 123 duizend mensen in een verpleeg- of verzorgingstehuis.
In de eerste tien weken van dit jaar (tot en met 8 maart) overleden gemiddeld circa 1160 mensen per week, die een vorm van Wlz-zorg ontvingen. In week 15 was dat aantal met circa 2 400 overledenen meer dan dubbel zo hoog. Met 1708 overledenen in week 17 is de sterfte onder deze mensen nog steeds bijna 50 procent hoger dan in de eerste tien weken. De hogere sterfte onder mensen met Wlz-zorg volgde met enige vertraging op de coronacrisis in Nederland.
Lees hier het volledge artikel.