Om de voorlichting aan iedere potentiële nierdonor te optimaliseren en de verschillen hierin tussen de Nederlandse transplantatiecentra te minimaliseren start een landelijke werkgroep van transplantatiechirurgen, nefrologen en urologen onderzoek naar de voorlichting rond nierdonatie bij leven.
Doel is te komen tot een gestandaardiseerde methode om levende donoren te informeren, op basis waarvan zij een goed geïnformeerde beslissing kunnen maken. Het onderzoek, genaamd PRINCE (PRocess of INformed Consent Evaluation in Live Kidney Donors), wordt geleid door het Erasmus MC en is gezamenlijk gefinancierd door de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten en de Nierstichting.
Niertransplantatie is veelal de best mogelijke behandeling voor mensen met nierfalen. Door het grote tekort aan postmortale donornieren zijn transplantaties met een nier van een levende donor van levensbelang. Nieren van levende donoren gaan door hun betere conditie bovendien dubbel zo lang mee als nieren van een overleden donor. “Mensen die bij leven een nier doneren ondergaan een operatie om een nierpatiënt een kans op nieuw leven te geven. Zo’n bijzondere bijdrage voor een ander, vraagt om zorgvuldige voorlichting, op basis van eenduidige en heldere informatie om een weloverwogen beslissing te kunnen maken,” aldus Tom Oostrom, directeur van de Nierstichting.
Voorlichting nog niet optimaal
Uit Nederlands onderzoek blijkt dat inhoud en omvang van de informatie die potentiële nierdonoren krijgen varieert per centrum. Daarnaast zijn bij ieder transplantatiecentrum verschillende professionals betrokken in het voorlichtingstraject en verschilt per centrum welke behandelaars welke informatie geven. Ook geeft een deel van de levende donoren na het afstaan van hun nier aan, dat ze niet goed genoeg waren voorbereid op de operatie en de herstelperiode. En blijken donoren de informatie die ze krijgen niet allemaal te onthouden.
Lees hier het volledige artikel.