Het toevoegen van een extra adjuvant (hulpstof) aan de huidige kinkhoestvaccins kan de effectiviteit ervan vergroten. En een nieuwe generatie vaccin, een zogenaamd outer-membrane vesicle vaccin, zou nog effectiever kunnen beschermen tegen kinkhoest. RIVM’er Jolanda Brummelman promoveerde vorige week aan de Universiteit Utrecht op dit onderzoek.
De laatste decennia neemt het aantal kinkhoestgevallen toe, ondanks vaccinatie. Het RIVM doet onderzoek om meer inzicht te krijgen in de eigenschappen van de afweermachine tegen de kinkhoestbacterie, zodat kan worden gezocht naar betere methoden ter bescherming. Jolanda Brummelman onderzocht met behulp van muizen welke afweermechanismen langdurigere en effectievere bescherming kunnen bieden tegen kinkhoestbacteriën. Daarbij lag de focus op de CD4+ T-cel. Die zorgt ervoor dat bacteriën in het lichaam effectief worden opgeruimd en dat het lichaam bij een volgende kinkhoestinfectie sneller reageert.
Uit het onderzoek bleek dat het lichaam na een kinkhoestvaccinatie minder effectieve T-cellen aanmaakt dan na het doormaken van de ziekte zelf. Dit kan worden verbeterd door een extra adjuvant toe te voegen aan de huidige vaccins. Dit adjuvant moet zó worden gekozen dat het menselijk lichaam de optimale T-cellen aanmaakt. Dat dit principe werkt in muizen, is met dit fundamentele onderzoek aangetoond.
Lees hier het volledige artikel.