Spoedzorg: veel gaat goed, maar nog meer kan beter

Een op de vijf mensen die voor spoedzorg hulp zoekt, krijgt een verkeerd advies wat te doen. Of zelfs helemaal geen advies. Dat blijkt uit onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland onder ruim 1100 leden van het eigen zorgpanel.

Spoedzorg bij huisarts, huisartsenpost (HAP) of spoedeisende hulp van het ziekenhuis (SEH) laat te wensen over, blijkt uit het onderzoek.

Patiënten geven de SEH met een 7,7 de hoogste waardering. De huisarts krijgt een 7,6 maar de huisartsenpost slechts een 7,2. “Dat is echt te weinig”, zegt directeur Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie. “Onderzoek naar tevredenheid van patiënten wijst uit dat een waardering voor zorg onder de 8 gewoon te laag is.” Vooral de zorg op de huisartsenposten laat te wensen over en is voor verbetering vatbaar. Patiënten klagen vooral over lange wachttijden bij de HAP en over slechte bejegening.

Knelpunten
Voor alle drie de vormen van spoedzorg geldt dat er knelpunten zijn in de wacht- en doorlooptijden, bij gegevensuitwisseling, communicatie tussen zorgverleners, informatie en de aandacht voor de pijn die iemand heeft. Waar mensen ook aankloppen, vrijwel altijd lopen zij tegen vergelijkbare knelpunten aan. Daarom roepen we huisartsen, huisartsenposten en SEH’s op om te zorgen voor betere gegevensuitwisseling. Het gaat hierbij om medicatie- en overige medische gegevens.

Lees hier het volledige artikel.