Nieuwe ‘spoedposten’ ontlasten de spoedhulp in ziekenhuizen met ruim 20 procent wat betreft de patiëntenstroom, maar niet in termen van kosten.
Dat concludeert Liesbeth van Gils-van Rooij in het proefschrift The Paradox of Urgent Care Collaborations, waarop ze op 29 juni promoveert aan Tilburg University.
Wie ’s avonds, ’s nachts of in het weekend met spoed zorg nodig heeft kan in Nederland terecht bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis of de dienstdoende huisartsenpost. Om die zorg efficiënter te organiseren zochten de huisartsenposten en spoedeisende hulpen samenwerking in zogenaamde ‘spoedposten’. De spoedposten liggen verspreid over heel Nederland land en nemen in aantal nog steeds toe.
Ombuigen patiëntenstroom gelukt
Spoedposten blijken effectief in het ombuigen van de patiëntenstroom van de afdeling spoedeisende hulp naar de huisartsenpost, blijkt uit het onderzoek van Liesbeth van Gils-van Rooij. Het resultaat is ruim 20% minder spoedeisende hulppatiënten en een substantiële afname van patiënten die de afdeling spoedeisende hulp bezoeken zonder doorverwijzing. Voortgang werd ook geboekt wat betreft de door patiënten en medewerkers ervaren samenwerking tussen de huisartsenpost en de afdeling spoedeisende hulp.
Spoedposten blijken effectief in het ombuigen van de patiëntenstroom van de afdeling spoedeisende hulp naar de huisartsenpost, blijkt uit het onderzoek van Liesbeth van Gils-van Rooij. Het resultaat is ruim 20% minder spoedeisende hulppatiënten en een substantiële afname van patiënten die de afdeling spoedeisende hulp bezoeken zonder doorverwijzing. Voortgang werd ook geboekt wat betreft de door patiënten en medewerkers ervaren samenwerking tussen de huisartsenpost en de afdeling spoedeisende hulp.
Lees hier het volledige artikel.