Welke genen spelen een rol bij stotteren? Onderzoekers van het Max Planck Instituut en het Erasmus MC verzamelen DNA van mensen die stotteren om deze vraag te kunnen beantwoorden.
NEMO Kennislink-redacteur Erica stottert zelf ook en doet dus mee aan het onderzoek.
Je eigen stem horen op een opname is nooit fijn. Is dat écht hoe ik klink? Maar het kan erger: als je stottert, zoals ik, zijn spraakopnames afschuwelijk. Na een confrontatie met mijn eigen horten en stoten neem ik me dikwijls voor om voortaan stoïcijns zwijgend door het leven te gaan – iets wat ik nooit lang volhoud. Maar een voicemail spreek ik nooit in en als iemand filmt houd ik mijn lippen angstvallig op elkaar. Toch heb ik zojuist vier spraakopnames gemaakt en, enigszins beschaamd, online verzonden naar een onzichtbare groep onderzoekers. Alles voor de wetenschap, zeg maar.
Een van de onderzoekers die naar mijn gestotter mag luisteren is Else Eising, met wie ik afspreek bij het Max Planck Instituut in Nijmegen. Naast de spraakopnames (die overigens niet verplicht zijn) en achtergrondinformatie van mensen die stotteren, verzamelt zij ook hun DNA. “Wij willen zo onderzoeken welke genen een rol spelen bij stotteren”, legt ze uit. Mijn ingestuurde gehakkel blijkt daarbij maar een marginale rol te spelen: “Dat gebruiken we in eerste instantie alleen om vast te stellen dat de deelnemers aan het onderzoek echt stotteren.” Nou, dat zal in mijn geval buiten kijf staan.
Lees hier het volledige artikel.