Medisch specialisten van VUmc hebben als eersten in Nederland een patiënt met de ernstige longziekte CTEPH gedotterd. De behandeling is succesvol en zonder complicaties verlopen. Dankzij deze bijzondere vorm van dotteren is een ingrijpende operatie niet nodig.
Jaarlijks krijgen in Nederland zo’n tienduizend mensen longembolieën. Dit is een levensbedreigende aandoening waarvoor een lange behandeling met bloedverdunners noodzakelijk is. Ondanks deze medicatie zal bij een deel van de patiënten de ziekte chronisch worden. De stolsels lossen dan niet op en er ontstaat een te hoge bloeddruk in de bloedvaten van de longen. Hierdoor kan de patiënt zich niet zwaar inspannen en is de levensverwachting beperkt. Dit wordt ‘Chronic ThromboEmbolic Pulmonary Hypertension’ genoemd, kortweg CTEPH.
Dotteren is soms alternatief
De standaardbehandeling voor CTEPH is een ingrijpende operatie, waarbij de chirurg de stolsels handmatig verwijdert. Soms zitten deze stolsels te diep en is opereren niet mogelijk. Deze patiënten kunnen nu worden geholpen door het dotteren van de dichtgeslibde longslagaders – een techniek die balloon pulmonary angioplasty wordt genoemd. “In Europa voert maar een handje vol ziekenhuizen deze procedure uit”, zegt longarts Harm Jan Bogaard van VUmc. Als behandelend arts riep hij de hulp in van interventiecardioloog Niels van Royen en interventieradioloog Rutger Lely. “Wij zijn in Duitsland gaan kijken, bij een specialist die deze behandeling al vaak heeft uitgevoerd”, zegt Van Royen. “Deze expert was ook in VUmc aanwezig bij de eerste Nederlandse behandeling, om te kijken hoe we het deden.”
Lees hier het volledige artikel.