Het versnellen van het hartritme biedt mogelijk een nieuwe behandeloptie voor patiënten met diastolisch hartfalen en boezemfibrilleren. Maastrichtse onderzoekers ontdekten hoe dat werkt in een virtueel hart, en toonden aan dat het werkt in echte patiënten. Dat betekent dat deze patiënten, voor wie nu weinig behandelopties zijn, mogelijk behandeld kunnen worden met een pacemaker. De resultaten zijn vandaag gepubliceerd in het European Heart Journal.
Bij diastolisch hartfalen ontspant de hartspier zich niet goed of is deze stijf, waardoor het hart zich niet voldoende met bloed vult. Hierdoor loopt de druk in het hart op en kan het hart niet genoeg bloed rondpompen om de weefsels van zuurstof te voorzien. Ongeveer 120.000 Nederlanders lijden aan deze aandoening en ervaren bijvoorbeeld kortademigheid bij inspanning. Vaak gaat het gepaard met boezemfibrilleren, een onregelmatige hartslag. Hoewel er voor andere vormen van hartfalen met verminderde knijpkracht (systolisch hartfalen) medicijnen beschikbaar zijn, zijn de behandelmogelijkheden voor diastolisch hartfalen zeer beperkt.
Virtueel hart
Traditioneel worden veel patiënten met hartfalen behandeld met medicatie die het hartritme vertraagt, zoals bij systolisch hartfalen. Maar het Maastrichtse onderzoek wijst in een andere richting: juist het versnellen van het hartritme kan een oplossing zijn voor patiënten met diastolisch hartfalen. Door middel van computermodellen die de werking van het hart nabootsen, ontdekten de onderzoekers dat een lichte verhoging van de hartslag de druk in de linkerboezem van zo’n virtueel hart verlaagt. Dit kan leiden tot een betere pompfunctie van het hart, en bij echte patiënten tot een vermindering van symptomen zoals vermoeidheid en kortademigheid.
Lees hier het volledige artikel.