Seksuele problemen zijn niet uniek voor nierpatiënten.
Zorgprofessionals willen de zorg aan chronische nierpatiënten op het gebied van seksualiteit en intimiteit verbeteren, maar het ontbreekt ze aan tijd en scholing om dat te doen.
Dat concludeert arts Gaby van Ek in haar proefschrift dat ze op 7 november 2019 verdedigde.
Van Ek vroeg nefrologen, transplantatiechirurgen, dialyseverpleegkundigen en maatschappelijk werkers hoe ze omgaan met seksuele problemen van patiënten met chronische nierziekten. Vragen ze ernaar tijdens het spreekuur en wat zijn de redenen om dit eventueel niet te doen? En wat bespreken ze dan precies? En hoe beoordelen ze hun eigen kennis over seksualiteit en nierziekten?
Geen tijd of kennis
De uitkomsten lieten zien dat zorgprofessionals welwillend zijn meer aandacht te besteden aan de zorg op dit gebied, maar dit in de praktijk niet lukt. Dat heeft volgens Van Ek diverse oorzaken. “Ze hebben geen tijd om ernaar te vragen, hebben er niet genoeg kennis over of vinden het niet hun verantwoordelijkheid.” Dat is een probleem, want vooral patiënten die net een niertransplantatie hebben gehad, en hun partners, lijken behoefte te hebben aan hulp op het gebied van seksualiteit en intimiteit.
Lees hier het volledige artikel.