Uit een studie die al 20 jaar in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) loopt, blijkt dat een jaarlijkse screening van mensen met een erfelijk verhoogd risico op alvleesklierkanker leidt tot vroegere opsporing en een betere overleving.
De onderzoekers keken specifiek naar mensen met de p16-Leiden-mutatie, een DNA-fout die relatief veel voorkomt in de Leidse omgeving.
“Alvleesklierkanker kent een slechte overleving. Een strategie om dit te verbeteren is het zo vroeg mogelijk opsporen van tumoren”, zegt arts-onderzoeker Derk Klatte. LUMC-artsen hebben daarom 20 jaar geleden een screeningsprogramma opgezet voor mensen met een verhoogd risico op alvleesklierkanker. Tot nog toe was onbekend of een dergelijke screening voor deze groep zinvol is.
Betere overleving
De screening bestaat uit een jaarlijkse MRI-scan en wordt alleen aangeboden aan mensen die een DNA-fout hebben in het gen dat het recept voor eiwit p16 bevat. Deze DNA-fout verhoogt de kans op alvleesklierkanker met wel 20%. De conclusie van de studie naar het 20 jaar lopende screeningsprogramma is duidelijk: het jaarlijks screenen van mensen met een genetisch verhoogd risico op alvleesklierkanker heeft zin. Meer dan 80% van de deelnemers waarbij alvleesklierkanker werd gevonden, kon geopereerd worden. In de normale bevolking is dit slechts in 20% van de patiënten het geval omdat de tumor vaak al te groot of uitgezaaid is.
Lees hier het volledige artikel.