Als behandeling van relatief onschuldige aandoeningen als acute urineweginfecties en eczeem niet meer wordt vergoed, levert dat 1,7 miljard euro op. Dat becijfert het College voor zorgverzekeringen (CVZ) in een ‘technische rapportage’ aan minister Schippers.
Het kabinet-Rutte I nam zich al voor om 1,3 miljard te besparen door behandeling van ziekten met een lage ziektelast niet meer te vergoeden. In maart vorig jaar liet het CVZ minister Schippers weten dat het moeilijk zou zijn om zo’n forse besparing op deze manier voor elkaar te krijgen. Desondanks vroeg de minister het college om een concreet overzicht van aandoeningen met een lage ziektelast, dat ‘als basis kan dienen voor politieke besluitvorming’.
Met gegevens van twee studies, de Global Burden of Disease van de WHO en Wegingsfactoren voor Ziekten in Nederland, selecteerde het CVZ 133 aandoeningen met een lage ziektelast. Daarvan vielen alsnog aandoeningen af die – bijvoorbeeld – weinig specifiek waren omschreven (‘problematiek in buik- en bekkengebied’) of waarbij het aannemelijk is dat behandeling juist zorgt voor een minder zware ziektelast (‘hiv’).
Het resultaat is een lijst van 20 aandoeningen, onderverdeeld in drie categorieën. De minste ziektelast (0,05 op een schaal van 0 tot 1) is te vinden bij elf aandoeningen, waaronder acute urineweginfecties en lichte COPD. Als behandeling van deze ziekten niet meer wordt vergoed, levert dat 670 miljoen euro op. Dat bedrag loopt op tot 1,1 miljard als ook zes aandoeningen (waaronder eczeem) met een ziektelast tot 0,10 worden meegeteld. Ligt de grens van de aanvaardbare ziektelast bij 0,15 dan telt bijvoorbeeld ook urine-incontinentie mee en stijgt de mogelijke besparing naar 1,7 miljard. ‘Om de door u gewenste besparing te realiseren zal dus een ziektelastgrens hoger dan 0,10 moeten worden gehanteerd, schrijft het CVZ aan de minister.
Echt onschuldige ziekten staan niet op de lijst. Dat komt, zo blijkt, doordat de zorg door de huisarts, die veel lichte aandoeningen behandelt, op verzoek van de minister buiten beschouwing is gebleven. Ook diagnostiek is niet meegeteld. Bovendien is de zorg niet getoetst aan de hand van de vier criteria die het CVZ hanteert bij pakketbeoordelingen: effectiviteit, kosteneffectiviteit, noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid. De medische en maatschappelijke consequenties zijn evenmin beoordeeld. ‘De rapportage is geen pakketbeoordeling of pakketadvies’, meldt het CVZ dan ook met nadruk. Wat er nu verder mee gaat gebeuren? ‘Daar moet de minister over besluiten.’
Bron: Medisch Contact