Mensen die zo erg in de financiële penarie zitten dat iemand anders hun portemonnee beheert, moeten de mogelijkheid krijgen om niet langer als wanbetaler van de zorgpremie te boek te staan. Dat staat in een nieuw advies aan zorgminister Edith Schippers.
Deze toch al kwetsbare groep ontloopt dan voortaan een fikse boete voor wanbetalers. Ook wordt hun restschuld door niet betaalde zorgpremies na verloop van tijd kwijtgescholden, is de gedachte achter de aanbeveling aan de bewindsvrouw.
Nu wordt bij langdurige wanbetalers standaard 134 euro per maand aan zorgpremie op hun loon of uitkering ingehouden. Dat is bijna 25 procent meer dan de gemiddelde premie die Nederlanders betalen. Momenteel zitten 268.000 mensen in deze penibele situatie.
Prikkel
Die regeling is bedoeld als ‘prikkel’ voor mensen die niet willen betalen. Maar die vlieger gaat lang niet altijd op: als je – door problematische schulden – zulke grote geldproblemen hebt dat de kantonrechter je onder beschermingsbewind stelt, kún je simpelweg niet betalen.
Deze laatste, snel groeiende groep (zo’n 40.000 mensen per jaar willen dat een bewindvoerder hun portemonnee gaat beheren) zou daarom volgens het advies beter af zijn in een andere regeling waardoor mensen niet langer als wanbetaler van de zorgpremie te boek staan.
Die oplossing is nu alleen beschikbaar voor bijstandsgerechtigden. De gemeente kan dan maximaal drie jaar lang bij een inwoner de premie voor de zorgverzekering plus een aflossingsbedrag (meestal 35 euro per maand) voor de openstaande zorgschuld inhouden en uitbetalen aan de verzekeraar. Na die periode vervallen overgebleven schulden.
Lees hier het volledige artikel.