Naar verwachting moeten Nederlandse ziekenhuizen en klinieken tussen de 170 en 210 duizend operaties inhalen. Dat is zo’n 11-14% van het aantal operaties dat normaal gesproken in een jaar plaatsvindt.
Dat blijkt uit nieuwe berekeningen van de Nederlandse Zorgautoriteit in de eerste Monitor Toegankelijkheid van Zorg, over de gevolgen van de corona-uitbraak voor de medisch-specialistische zorg, de ggz en de vervolgzorg. Het totaal aantal operaties dat minder is gedaan in de ziekenhuizen sinds maart 2020 becijfert de NZa op 340 tot 380 duizend. Dit betekent dat 40-50% van de zorg die minder is gedaan niet hoeft te worden ingehaald.
Dat komt bijvoorbeeld doordat tijdens de lockdowns sprake was van minder letsel (zoals botbreuken en sportblessures) en minder infecties (bovenste luchtwegen en middenoor), klachten zijn overgegaan en terugkerende behandelingen niet ingehaald hoeven te worden. De 5 operaties die in aantallen het meest moeten worden ingehaald, zijn: staar- en nastaaroperaties (18% van de totaal geschatte inhaalzorgvraag), heup- en knievervanging (9%), liesbreuken en andere buikwandbreuken (7%), operaties bij spataderen (3%), en operaties bij vrouwen met incontinentieklachten en/of een verzakking (3%).
Lees hier het volledige artikel.