In 2013 hadden 262.575 Nederlanders contact met een hulpverlener via internet. Dat blijkt uit een onderzoek van innovatiebureau E-hulp onder zorg- en welzijninstellingen en leveranciers van online hulpplatformen.
De cijfers zijn 28 november gepresenteerd op het vijfde landelijke congres online hulp. Het bureau verwacht dat het gebruik van e-health de komende jaren spectaculair gaat stijgen.
Digitale transformatie
Steeds meer mensen met psychische of sociale problemen ontdekken de voordelen van online hulpverlening. Er zijn online cursussen en behandelingen voor het omgaan met schulden tot aan seksuele trauma’s. Daarnaast biedt circa 25 procent van alle instellingen combinatietrajecten aan waarbij cliënten naast een aantal face-to-face contacten in de spreekkamer bepaalde onderdelen online doen. Volgens Frank Schalken van E-hulp groeit het aantal instellingen dat combinatietrajecten aanbiedt sterk. ‘Instellingen zien dat in andere branches dankzij de inzet van internet nieuwe vormen van dienstverlening ontstaan, die goedkoper en beter zijn dan bestaande.’ Hij denkt dat om dezelfde redenen deze digitale transformatie vanaf 2015 ook in zorg en welzijn gaan plaatsvinden.
E-health tenzij
Hoewel de meeste zorg- en welzijnsinstellingen het face-to-face contact nog als belangrijkste vorm van contact zien, is er een aantal organisaties dat internet al een veel prominentere plek geeft. Schalken: ‘Deze instellingen zien dat de behoeften van hun cliënten over het algemeen veel beter online kunnen worden ingevuld dan face-to-face. Zij kiezen voor een strategie van “E-health tenzij”. Dat speelt bijvoorbeeld bij Sense, dat seksualiteitshulpverlening biedt aan jongeren tot 25 jaar.’
Lees hier het volledige artikel.