Meer dan de helft van de ouderen die hun heup heeft gebroken, is doodsbang om nog een keer te vallen. Er moet meer aandacht komen voor deze valangst. Die conclusie trekt Jan Visschedijk (55), die op 31 maart promoveert aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
”Een kleine 20.000 Nederlanders breekt jaarlijks hun heup. Het gaat vooral om ouderen. Dan heb ik het over 65-plussers. Zo’n veertig procent van hen revalideert in een verpleeghuis’’, weet Visschedijk uit ervaring. Hij werkt als specialist ouderengeneeskunde in een verpleeghuis. ”Veel ouderen komen na een gebroken heup niet meer terug op hun oude niveau. Bij hen vermindert de kwaliteit van leven.’’
Valangst
‘Hoe komt dit?’, vroeg Visschedijk zich af. ”Ik heb ingezet op valangst’’, legt de onderzoeker uit. Hij dook de literatuur in om te concluderen dat weinig bekend is over de angst van ouderen om nogmaals te vallen. ”Er is wel wat onderzoek gedaan, maar weinig onder deze groep kwetsbare ouderen.’’
Dat is precies wat Visschedijk wel heeft gedaan. Hij onderzocht onder meer een groep van honderd ouderen uit tien verschillende verpleeghuizen. Al deze mensen hadden hun heup gebroken. ”We hebben deze groep ouderen ondervraagd. Dat gebeurde met uitgebreide vragenlijsten, waarbij onder meer werd ingegaan op valangst, depressie en angsten.’’ Ook is de groep ouderen fysiek onderzocht en moesten ze balans- en looptesten ondergaan.
Lees hier het volledige artikel.