In 2019 maakten ruim 1,1 miljoen mensen gebruik van een maatwerkvoorziening uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit is 5 procent meer dan in 2018. Twee derde van deze Wmo-cliënten kreeg hulpmiddelen of diensten.
Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers.
In de Wmo 2015 is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het bieden van hulp en ondersteuning aan inwoners die dat nodig hebben, zodat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Er zijn verschillende maatwerkvoorzieningen, zoals hulp bij het huishouden, of het aanbieden van hulpmiddelen als een rolstoel of traplift. Daarnaast kunnen gemeenten vanuit de Wmo ook algemene voorzieningen aanbieden die voor alle inwoners toegankelijk zijn. In dit bericht gaat het alleen over maatwerkvoorzieningen.
Sinds het verslagjaar 2016 maakt het CBS een schatting van het aantal Wmo-cliënten dat maatwerk krijgt, in 2019 gebeurde dat op basis van de gegevens van 320 van de 355 gemeenten. In 2016 waren er iets meer dan 1 miljoen cliënten. Dit aantal is elk jaar toegenomen. In 2019 was het aantal cliënten ruim 1,1 miljoen.
Lees hier het volledige artikel.