Een patiënt met acute lage rugpijn die weinig hoopvol is over zijn herstel, heeft tweemaal zoveel kans dat zijn klachten chronisch worden als een patiënt die zulke negatieve verwachtingen niet heeft.
Dit concludeert promovendus Hank Hallegraeff. Hij constateert een spanningsveld tussen enerzijds de hulpvraag van de patiënt bij acute lage rugpijn, en anderzijds de richtlijn die een afwachtend beleid adviseert.
Verwachtingen
Hallegraeff onderzocht verwachtingen over herstel en de pijnbeleving van patiënten omdat dit belangrijke factoren zijn om te kunnen inschatten welke patiënten meer kans hebben dat de lage rugpijn chronisch wordt.
Copingstijl
De pijnbeleving geeft richting aan de manier waarop de patiënt met klachten omgaat. Een passieve of inadequate copingstijl is een risicofactor voor het ontstaan van chronische lage rugpijn. Hallegraeff stelt vast dat de IPQ-B vragenlijst een betrouwbaar instrument is om de pijnbeleving te meten bij patiënten met acute lage rugpijn.
Behandeleffecten
Hallegraeff voerde ook een studie uit om behandeleffecten van lage rugpijn te vergelijken. Hij vergeleek het effect van manuele therapie in het acute stadium (minder dan 16 dagen last en met weinig uitstraling) met de standaard fysiotherapeutische zorg volgens de richtlijn. Manuele therapie geeft een sterkere afname in beperking van activiteiten dan fysiotherapeutische behandeling.
Proefschrift
Hank Hallegraeff is 24 juni gepromoveerd op zijn proefschrift ‘Common musculoskeletal disorders in primary care physiotherapy: assessment and intervention. Acute low back pain and nocturnal leg cramps‘.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen via artsennet