De intensieve behandeling van reumatoïde artritis vermindert ziekteactiviteit met behoud van kwaliteit van leven. Dat toont klinisch epidemioloog Maud Jurgens in haar proefschrift aan. Bij intensieve, zogeheten ‘tight control’-strategie moeten patiënten met reumatoïde artritis vaak naar het ziekenhuis komen voor controle en bijstelling van hun medicijnen. Het effect van de logistieke belasting rond de intensieve behandeling op de kwaliteit van leven van patiënten was echter nog nooit onderzocht. De logistieke belasting zou een negatief effect op de kwaliteit van leven kunnen hebben.
Polikliniekbezoek elke vier weken
Dat blijkt echter niet zo te zijn, bewijst Maud Jurgens in haar promotieonderzoek. Ze vergeleek die in twee groepen van elk 96 patiënten. Eén groep bestond uit patiënten, die in het verleden waren behandeld voor kort bestaande reumatoïde artritis op de wijze die destijds normaal was. Dat betekent poliklinische controles elke drie maanden, waarbij de arts besliste of de dosis van het medicijn, methotrexaat, aangepast moest worden. Daar tegenover stond de meer recente, intensief behandelde groep van patiënten die elke vier weken naar de polikliniek kwamen en bij wie op basis van een protocol werd bepaald of de medicatie aangepast moest worden.
Beide groepen bleken, gecorrigeerd voor ziekteactiviteit, een vergelijkbare kwaliteit van leven te hebben. Wel had afname van ziekteactiviteit zoals te verwachten een positief effect op de kwaliteit van leven. De resultaten ondersteunen dus volledig de intensieve behandeling.
Lees hier het volledige artikel.