De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft afgelopen week in drie rechtszaken te horen gekregen dat zij onvoldoende handhavend optreedt, ondanks herhaald verzoek van bezorgde burgers. In een vierde zaak wilden burgers het oordeel van de AP niet afwachten en stapten met succes direct naar de rechter.
Zo hanteren zorgverzekeraars al jaren een gedragscode voor het verwerken van (medische) persoonsgegevens die in 2013 door de rechter onrechtmatig is verklaard. In de gedragscode wordt soms zonder noodzaak medische informatie op declaraties gevraagd.
Miek Wijnberg, voorzitter van burgerrechtenvereniging Vrijbit, dringt er sindsdien bij de Autoriteit Persoonsgegevens op aan om een einde aan die gedragscode te maken. De toezichthouder weigert dat echter keer op keer, waarop Wijnberg naar de rechter is gestapt. Deze concludeert dat de Autoriteit Persoonsgegevens “te gemakkelijk [heeft] aangenomen dat de werkwijze van de zorgverzekeraars wel in orde is, zonder transparant te maken [..] waarop zij dit baseert”. De rechter eist nu dat de Autoriteit Persoonsgegevens binnen acht weken daadwerkelijk bij zorgverzekeraars gaat onderzoeken of de werkwijze van de zorgverzekeraars wettelijk door de beugel kan.
Medische database
Ook in een andere zaak moet de AP van de rechter aan het werk. Het gaat daarbij om de landelijke database met medische gegevens die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) van iedereen bijhoudt. De medische gegevens worden daarbij niet voldoende anoniem gemaakt en vervolgens wel met andere partijen gedeeld.
Lees hier het volledige artikel.